Someren, 8 april 2006
Geachte heer Osterhaus,
Met deze brief heeft de Nederlandse Pluimvee Sociëteit zeker niet de bedoeling uw capaciteiten als viroloog en influenza deskundige, verbonden als hoogleraar aan de Medische Faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam en als Hoofd van de Afdeling Virologie van het Erasmus MC, in twijfel te trekken.
In die hoedanigheid en tevens als adviseur van onze minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verschijnt u bijna dagelijks met allerhande doom scenario?s rond het vogelgriepvirus H5N1 in de media. Uw optreden is zo mediageil dat een beroemde popartiest, filmacteur, politicus of voetbalster er jaloers op zou zijn. En juist op dit gedrag, eigenlijk een mankement dat wij u zouden willen gunnen, spreekt de NPS, als geheel onafhankelijke vertegenwoordiger van de hobbydierhouders in Nederland, u in deze brief wel aan.
Wat zit er achter uw constante spierballentaal over een dreigende pandemie, uw gedachte dat er in Nederland serieus moet worden gedacht over het structureel ophokken dan wel vaccineren van al het pluimvee en last but not least uw laatste publicatie ?Katachtige vriend of potentiële vijand? in het gezaghebbende tijdschrift ?Nature?.
Als geen andere bent u er van op de hoogte dat er tijdens de vogelgriepcrisis van 2003 na genoeg geen enkele ?hobbykip?, zelfs niet op besmette bedrijven, met het toen heersende hoogpathogene virus H7N7 werd aangetroffen. Immers de 8 gevallen die wel bij hobbydieren werden aangetoond bleken allen ontsnapte dieren uit de pluimvee-industrie en geen ?kip uit moeders achtertuin? te zijn. In het belang van de pluimveesector werden er toen wel rond de 170.000 gezonde hobbydieren gedood. Het ergste daarbij was nog dat, nadat er geen nieuwe besmettingen binnen de sector meer werden geconstateerd en men dus de vogelgriepcrisis in de hand had, het doden van gezonde hobbydieren nog dagen daarna doorging.
Ook mag u geacht worden te weten dat het pijnlijke overlijden in Nederland van een dierenarts door de Commissie Bot als een ongelukkige samenloop van omstandigheden werd bestempeld. Omdat er toen geen andere mogelijke verklaring is gevonden voor het ziektebeeld, is er aangenomen dat de dierenarts is overleden aan de gevolgen van infectie met het vogelgriepvirus.
De eindeloze stroom van sensatiemakende berichten in de media, velen vaak door u geïnitieerd, veroorzaken naar mening van de NPS, onnodige paniek en onbegrip onder de bevolking. Alleen het schrijven of het uitspreken van de cijfer- en lettercombinatie H5N1 is momenteel voor een ieder gemeengoed en wordt meteen gerelateerd aan een catastrofe die plotseling en niet meer af te wenden op ons afkomt.
Dit alles met als gevolg dat men, omdat de buurman zegt dat zijn kinderen gevaar lopen omdat ze naast iemand wonen die een paar eendjes of kippetjes houdt, mensen in paniek hun dieren opruimen en met hun hobby stoppen. Of dat men in grote getale allerlei pluimvee bij kinderboerderijen over het hek zet, men ziet geen andere uitweg meer. Hun paar hobbydiertjes dumpt bij collega?s met veel dieren, met de gedachte dat ze het dan wel beter zullen hebben. En wat denkt u van de run op de dierenasiels in ons land, waar, na uw angstaanjagende publicaties, plotseling in totale paniek veel huisdieren, met name katten naar toe worden gebracht.
Dit soort paniekvoetbal wil de NPS graag voorkomen en probeert in haar publicaties de gewone man in de straat en in het bijzonder haar achterban de hobbydierhouder reëler, met minder emotie, maar vooral zonder enige sensatie over de vogelgriep te informeren.
Het huidige H5N1 virus, in 1996 in China ontstaan, is in Zuid-Azië inmiddels endemisch. Na mutatie maakt het in 2004 in Azië het eerste menselijke slachtoffer en rukt sinds 2005 met hoge snelheid op naar het westen en heeft in oktober 2005 voor het eerst Europa bereikt. In de media strijden wetenschappers over de manier waarop het virus wordt verspreid, één groepering beweert dat het zeer intensieve transport van pluimvee en pluimveeproducten de oorzaak van de verspreiding is, de andere zegt dat trekvogels hiervoor verantwoordelijk zijn.
De NPS neigt naar de eerste verklaring, immers er bestaat geen vogeltrek van Zuid-Azië naar de Oekraïne, het eerste land in Europa waar deze variant werd geconstateerd, de verspreiding naar Oekraïne lijkt eerder de trans-siberische vrachtroute te zijn gevolgd.
Om de H5N1 variant van de vogelgriep uit Nederland te weren, in buurland Duitsland was toen al een eerste geval van H5N1 besmetting geconstateerd, maar vooral om de economische belangen van de professionele pluimveesector niet in gevaar te brengen, besloot minister Veerman op 15 februari 2006 dat per 20 februari zowel pluimvee van commerciële pluimveehouders als van hobbydierhouders in heel Nederland moest worden afgeschermd. De bedoeling van deze verordening is: De afschermplicht houdt in dat er geen contact mag zijn tussen pluimvee en wilde vogels. Ook moet de bovenzijde van uitloopruimtes en hokken afgedicht worden tegen het risico van besmetting via uitwerpselen van wilde trekvogels.
Zo begint er voor de hobbydierhouders en hun gezonde dieren na 2003 weer een periode van veel, heel veel dierenleed. Juist in het broedseizoen en vooral voor watervogels worden het harde tijden. Territoriaal gedrag en agressie hebben al vele dode dieren tot gevolg gehad. Minister Veerman werd dan ook met klem om een versoepeling van de afscherm- en ophokplicht verzocht, tot op heden nog zonder resultaat. En juist u pleit er voor dat onze dieren het gehele jaar moeten worden opgehokt.
Wel siert het de minster dat hij zich binnen Europa blijft inzetten voor de afschaffing van het non-vaccinatiebeleid, zijn collega?s lijken voor als nog een andere mening toegedaan, Duitsland, het land met de meeste problemen waar nu naast de vogelgriep ook de varkenspest heerst, voorop.
Wel slaagt hij erin om een goedkeuring binnen te halen om hobbydieren preventief te laten vaccineren, zodat ze na vaccinatie weer vrij buiten kunnen rondlopen, scharrelen en zwemmen, zoals het hoort. De uitvoering van het vaccineren blijkt echter zo traag van start te gaan, veel te bureaucratisch en duur te zijn, maar veel erger nog de hobbydierhouder niet de garantie te geven dat, bij een eventuele uitbraak van het vogelgriepvirus, zijn of haar dieren niet zullen worden gedood. Onacceptabel!
Rest de vraag wat verwachten de hobbydierhouders nu echt van de Nederlandse virologie icoon Ab Osterhaus? Heel eenvoudig dat hij, met al zijn virologische en veterinaire kennis, als adviseur van het ministerie van LNV, in plaats van het land continue te bestoken met allerhande schrikscenario?s en voorspellingen van op komst zijnde pandemieën, zowel het ministerie als de professionele pluimveesector wetenschappelijk onderbouwd ervan overtuigt dat de vogelgriep alleen succesvol kan worden bestreden, belangrijker nog kan worden voorkomen, als al het pluimvee, dus professioneel èn hobbymatig gehouden pluimvee, naast alle andere vaccinaties, ook tegen Aviaire influenza wordt ingeënt.
Simpel dus: Maak het economische belang van maar één sector ondergeschikt aan het gezondheids- en landsbelang !
Dus Ab Osterhaus, wat uw aspiraties richting de media betreft:
Hokt u uzelf even tijdelijk op!
Om het gevaar van het verspreiden van vogelgriep voorgoed de kop in te drukken en de biodiversiteit in Nederland te waarborgen en zo pandemieën voor te blijven, werk achter de schermen, naast aan uw voortreffelijke influenzaonderzoek tevens aan de opheffing van het non-vaccinatiebeleid binnen Europa.
Dan wordt de man in de straat over de vogelgriep oprecht en correct geïnformeerd en worden de houders van de hobbykip in de ?achtertuin?, die nooit een gevaar voor verspreiding van de vogelgriep is geweest en nooit zal worden, niet langer onnodig met zinloze regelgeving geconfronteerd en wordt daar begonnen waar het risico het grootst is, in de ? voortuin?, bij de bio-industrie.
Vaccineer dus zowel in de voortuin als de achtertuin, dat zou ook uw enige aanbeveling voor dit dossier moeten zijn.
Met vriendelijke groet en hoogachting,
Namens de Nederlandse Pluimvee Sociëteit
Kenneth Broekman Ad van Noort
Secretaris Externe Communicatie
Tel: 040-2837145