?Import meest logische weg van besmetting met virus?

DOOR GINEKE MONS ACHTERGROND

De import van een besmet dier dat nog geen klinische blueton­gue? verschijnselen vertoonde, lijkt vooralsnog de meest voorde­handliggende manier waarop bluetongue in Nederland is be­land. Met name runderen kun­nen wel besmet zijn, zonder dat dat aan hen is te zien.

Maar er zijn veel meer wegen waarlangs het virus kan hebben gereisd. Knutten kunnen ook meeliften met diertransporten.

Het virus kan zich via tussen­stappen hebben verspreid door Frankrijk, België en Duitsland.

aldus Aline de Koeijer van de di­visie infectieziekten van de ASG.

?Wellicht worden in die landen nog besmettingen bekend.? Besmette knutten kunnen ook zijn meegevoerd op de zuiden­wind.

Echter, dat zij daarmee een afstand van 1.500 kilometer zou­den overbruggen, maakt deze hy­pothese één van de minst waar­schijnlijke, aldus De Koeijer.

Nederland telt 24 soorten knut­ten. Sinds twee jaar wordt er on­derzocht welke inheemse types ziekten kunnen overbrengen.

Twee types die met name op de Balkan een belangrijke rol spelen in de bluetongue-verspreiding, Culicoïdes obsoletus en de C. pul­licaria, komen in heel Nederland voor, aldus knuttendeskundige Willem Takken van Wageningen UR. Een andere knut die hier veel voorkomt, C. impunctatus, is minder geschikt als bluetongue­vector. Welke knut in Limburg verantwoordelijk is voor de ver­spreiding van het virus, wordt eind deze week bekend.

Powered by TECNAVIA Copyright ©2006 Agrarisch Dagblad, publicatie 22/08/2006