Dat is niet zo best als je wilde watervogels wilt verhandelen via een handelaar.
Hoe vertrouwd is dat nog?
Heeft Aviornis en de NHDB misschien een lijst met absoluut betrouwbare handelaren? Wordt dit gecontroleerd?
Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van de door de leden Duyvendak en Van Gent (beiden GroenLinks) gestelde vragen, ingezonden op 13 juli 2006, over louche dierenhandel, kan ik u, mede namens de minister van Justitie, het volgende melden.
1
Kent u het bericht ‘Louche dierenhandel heeft vrij spel’? 1
Ja.
2, 9 en 10
Wat zijn de schattingen omtrent de handel die in Nederland plaatsvindt in beschermde dieren, waarbij illegaliteit danwel ernstige schending van dierenwelzijn in het spel is?
Deelt u het standpunt, genoemd in het artikel, dat de aantoonbaar illegale handel vrij sporadisch is, maar dat de echte problemen liggen in de vermenging van de legale met de illegale handel (bijvoorbeeld dat dieren voorzien zijn van papieren van buitenlandse autoriteiten waaruit blijkt dat ze zijn gefokt, terwijl ze in werkelijkheid in het wild zijn gevangen of dat dieren in opvangverblijven worden ‘witgewassen’)? Zo neen, waarom niet?
Kunt u aangeven wat de omvang is van de vermenging van legale met illegale handel?
Zowel zuiver illegale handel als een vermenging van legale en illegale handel komt voor. Op beide vormen van illegale handel vindt controle plaats. De Dienst Regelingen (DR) van mijn departement is belast met de afgifte van importvergunningen en controleert in dat verband op het ten onrechte afgeven van exportdocumenten door buitenlandse autoriteiten. Bij twijfel aan de status wordt advies gevraagd aan de deskundigen van de CITES-commissie om na te gaan of het in te voeren dier daadwerkelijk uit het desbetreffende land afkomstig is. Verder is op Europees niveau het initiatief genomen om een database aan te leggen waarin wordt vastgelegd welke dieren waar worden gefokt. Ook dit draagt bij aan een effectieve toetsing van de juistheid van de exportdocumenten. Ik verwijs voorts naar de antwoorden op vragen van het lid Van Velzen (SP), ingezonden op 13 juli 2006.
Het is moeilijk om over de omvang van de illegale handel, al dan niet vermengd met legale handel, uitspraken te doen, juist omdat deze handel zich in de illegaliteit, in kleine gespecialiseerde en vaak gesloten deelmarkten, afspeelt en een sterk internationaal karakter heeft.
4
Hoeveel uitheemse dieren zijn in Nederland sinds 1990 jaarlijks in beslag genomen? Hoeveel is dit in verhouding tot de inbeslagnames in de ons omringende landen? Hoeveel rechtszaken volgden hieruit?
Als bijlage bij deze brief voeg ik een overzicht van het totale aantal in beslag genomen dieren, gespecificeerd naar soorten specimens door de Algemene Inspectiedienst (AID), douane en politie op het gebied van onder andere CITES-regelgeving in de periode 1997-2006. Dit overzicht is een actualisering van het overzicht dat ik uw Kamer verstrekte bij brief van 14 juni 2005 2. Van het aantal inbeslaggenomen vogels is circa 5-10% uitheems, bij de andere inbeslaggenomen dieren gaat het doorgaans uitsluitend om uitheemse dieren. Er wordt niet bijgehouden hoeveel rechtszaken uit de inbeslagnames zijn gevolgd.
5
Worden er in Nederland sinds begin jaren negentig veel minder dieren in beslag genomen? Zo ja, waaruit verklaart u dat?
Uit het overzicht blijkt dat het aantal inbeslaggenomen dieren door de jaren heen sterk fluctueert. Deze fluctuaties laten zich onder meer verklaren doordat in enig jaar soms grote aantallen dieren in één zaak in beslag genomen worden. Anderzijds kunnen ook een verbeterde naleving of het verleggen van handelsstromen hiervan de oorzaak zijn.
6
Hoe groot is de prioriteit voor het tegengaan van de illegale handel in exotische dieren bij de Algemene Inspectiedienst (AID)? Hoe vertaalt zich dat in menskracht en middelen? Besteedt de AID jaarlijks maar circa 300 uur aan Cites-handhaving? Zo neen, waarom niet?
Het tegengaan van illegale handel in exotische dieren heeft hoge prioriteit bij de AID. De AID heeft hiervoor in 2006 ruim 12.000 uur beschikbaar. Dit is een substantieel deel van de controlecapaciteit die wordt ingezet op de controle van de Flora- en faunawet. Voorts wordt ook door douane en politie handhavingscapaciteit ingezet om dergelijke illegale handel tegen te gaan.
7 en 8
Hoe groot is de opslagcapaciteit voor inbeslaggenomen dieren? Speelt de beperkte omvang hiervan een rol bij het aantal inbeslagnames, zoals in het artikel wordt gesuggereerd door een AID'er?
Stelt het Openbaar Ministerie een grens aan het aantal dierenrechtszaken? Zo neen, waaruit blijkt dat?
De opvangcapaciteit speelt geen rol bij inbeslagname. Er is namelijk voor alle categorieën inbeslaggenomen dieren voldoende opvangcapaciteit, ongeacht de aantallen. De opvangcapaciteit is afgestemd op de jarenlange ervaring met inbeslagnames. Er zijn met alle opvangcentra goede afspraken gemaakt over de opvang van inbeslaggenomen dieren, alsmede met dierentuinen die in geval van benodigde extra opvangcapaciteit eveneens dieren kunnen opvangen.
Door het Openbaar Ministerie (OM) wordt geen grens gesteld aan het aantal zaken dat betrekking heeft op gevallen van illegale handel in beschermde diersoorten, noch aan het aantal dieren dat daarbij in beslag wordt genomen. Beschermde dier- en plantensoorten worden, indien er geen invoervergunning aanwezig is, altijd in beslag genomen. Indien door de AID, politie of douane een proces-verbaal wordt opgemaakt van illegale handel in beschermde diersoorten, dan wordt deze in behandeling genomen door het Functioneel Parket. Vanwege het aantal inbeslaggenomen dieren kan het voorkomen dat de dieren van één inbeslagname over verschillende opvangadressen worden verdeeld. Dit is logistiek niet altijd eenvoudig, maar leidt nooit tot het weigeren van dieren.
11
Wat is uw reactie op het relaas van de heer Van Gennep van Stichting AAP, dat in een loods die uitpuilde van de slecht verzorgde, deels zeldzame vogels, ondanks deze erbarmelijke situatie de AID slechts vier (zoog)dieren in beslag nam? Waarom zijn de overige dieren aan hun lot overgelaten? 3
Uit informatie van het OM is mij het volgende gebleken. In 2005 heeft een doorzoeking plaatsgevonden bij een handelaar die van illegale handel werd verdacht. Anders dan de heer Van Gennep in het genoemde krantenartikel stelt, bevonden zich in de loods niet tienduizenden vogels, maar enkele honderden. Bij de doorzoeking waren twee dierenartsen aanwezig die de welzijnsituatie van de aanwezige dieren hebben beoordeeld. Ofschoon de situatie in de betreffende loods inderdaad te wensen overliet, werd deze door de dierenartsen niet zodanig ernstig bevonden dat tot inbeslagname van alle aanwezige dieren moest worden overgegaan.
Na overleg met de dierenartsen heeft de betrokken officier van justitie besloten om drie zoogdieren in beslag te nemen op grond van een verdenking van dierenkwelling (artikel 36, eerste lid, Gezondheids- en welzijnswet voor dieren). Daarnaast zijn vijftien vogels in beslag genomen die vermoedelijk illegaal waren verworven (artikel 13, eerste lid, Flora- en faunawet).
3 en 12
Kunt u reageren op de stelling dat Nederland een ‘distributieland’ is voor illegale handel in beschermde diersoorten?
Deelt u de conclusie dat Nederland het aan zijn stand verplicht is om, een jaar voordat Nederland de Cites-conferentie voorzit, af te komen van de betiteling ‘Nederland distributieland’ voor illegale handel in beschermde diersoorten? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat voor stappen gaat u hiervoor ondernemen?
Hierboven heb ik aangegeven op welke wijze de handhaving van illegale handel in bedreigde dieren en planten plaatsvindt. Daarnaast wordt gewerkt aan de programmatische handhaving van de CITES-regelgeving. Betrokkenen op het gebied van wetgeving, voorlichting, vergunningverlening, bestuurlijke handhaving en strafrechtelijke handhaving werken gezamenlijk aan een probleem- en risicoanalyse van CITES-criminaliteit, op basis waarvan een interventiestrategie wordt vastgesteld. Per doelgroep wordt onderzocht welke interventies het meest geëigend zijn om de doelgroep te bewegen tot naleving van de wettelijke eisen. De handhavingsinzet acht ik voldoende. Het feit dat Nederland gastland is voor de CoP14, die plaatsvindt in 2007, is geen reden om de inzet op dit dossier te verhogen.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman